
Vorige week heb ik samen met mijn man Bertram voor de vijfde keer een vision quest mogen begeleiden. Acht mensen vertrouwden zich 3 hele dagen en 4 nachten toe aan de natuur, helemaal alleen, ieder op een eigen vaste plek. Ze maakten een reis naar binnen én naar buiten, zich afstemmend op dat wat er in hen leeft. Opmerkzaam voor alles dat tot hen kwam. Inzichten die ineens opborrelden uit de diepte of werden ingegeven door de spiegelende natuur. Een intense ervaring. Voor de deelnemers maar ook weer voor mij als begeleider.
Ik geniet er iedere keer weer van om een bedding te bieden zodat de ander zich kan toevertrouwen en zich kan overgeven aan dat wat er is. Zo’n bedding omvat hele grijpbare elementen zoals een fijne locatie en een helder informatieboekje, maar ook minder grijpbare elementen zoals uitnodigende vragen, liefdevolle aandacht, onbevangen luisteren, open zijn over mezelf, afstemming op de ander……
Na de eerste keer dacht ik nog: ‘Wat is mijn bijdrage nu eigenlijk geweest? Wat heb ik nu helemaal gedaan? Niet iets bijzonders toch?’ En inmiddels weet ik dat het daar nu juist om gaat: dat ik niet mijn best doe om iets buitengewoons te doen of om iets bij de ander te fixen, maar dat ik er ‘gewoon’ ben, met mezelf en de ander en alles wat er is.
En dat is dan iedere keer ook wel weer een oefening want de neigingen om iets anders te doen liggen altijd op de loer. Neigingen als: mijn best doen, hard werken, van alles moeten bereiken, voldoen aan de verwachtingen die ik denk dat de ander van me heeft, doen zoals ‘het hoort’, doen zoals ik het heb geleerd, enzovoorts.
Inmiddels herken ik die patronen steeds eerder en lukt het me meer en meer om er niet in mee te gaan, om de situatie niet te willen controleren maar er met mijn aandacht bij te blijven en te zijn met wat er is. Ik noem dat ‘aanwezig zijn’ en vind het een ware levenskunst die veel oefening vraagt. Steeds maar weer. Zo word ik iedere keer weer verrast door wat er dan ontstaat. Wat een rijkdom!