Deze zaterdag stond in Tijdgeest, de weekend bijlage van dagblad Trouw, een stuk van Fleur Jongepier met de titel De kunst van het nietsdoen. Ze beschrijft daarin een verbeeldingsoefening van filosoof Anca Gheaus, die ik je graag even voorleg. Het helpt je om een beeld te vormen bij ‘zomaar niets doen’.
Stel, er zijn drie mogelijke werelden. In alle drie de werelden is een flink pak sneeuw gevallen. Kinderen beginnen vrolijk te schreeuwen als ze ’s ochtends de gordijnen opentrekken, het openbaar vervoer is stilgelegd en de scholen worden gesloten.
In wereld één proberen de volwassenen zo goed en zo kwaad als het kan door te werken, terwijl de kinderen buiten op hun sleeën door de lucht vliegen over de hellinkjes die ze hebben gebouwd. Ze komen hijgend en met blossen op de wangen binnen, smekend om warme chocomel die de volwassenen snel voor ze opwarmen. Het is de wereld van Speelse Kinderen en Serieuze Volwassenen.
Dan is er wereld nummer twee: in deze wereld wordt het onderwijs zoveel mogelijk voortgezet, en krijgen de kinderen online les en maken ze thuisopdrachten. Beteuterd en boos zetten de kinderen zich aan het werk, samen met hun ouders die van zoommeeting naar teamsvergadering hoppen. De sneeuw is er alleen als pauze. Het is de wereld van Serieuze Kinderen en Serieuze Volwassenen.
Dan is er wereld drie: de overheid kondigt een nationale vrije dag aan. Dit is de wereld van Speelse Kinderen en Speelse Volwassenen. De volwassenen ‘vergeten te midden van alle sneeuwpret dat ze volwassen zijn’ en ‘spelen met elkaar als kinderen’.
Voor welke wereld zou jij kiezen? Voor de wereld van zomaar niets doen?
Deze verbeeldingsoefening is een mooie oefening om eens stil te staan bij de vraag hoe we onze tijd besteden en waar we ons (onbewust) door laten leiden. Weet jij dit voor jezelf?
Vaak laten we ons leiden door de vraag of iets baat heeft. Het nuttige gaat meestal voor het aangename. Zomaar een wandelingetje is er vaak niet meer bij, nee we werken aan onze conditie of proberen het dagelijks benodigde aantal stappen te halen zoals de app op onze smartphone meet. Dan zijn we echt goed bezig.
We leven in een wereld waarin de norm heerst dat we onze tijd ten volle moeten benutten. Ook in onze ‘vrije tijd’ zijn we veelal druk met presteren of het afwerken van onze bucketlist. We hebben geen tijd te verliezen om alles uit het leven te halen, niets te missen of een betere versie van onszelf te worden.
Pfffff.
Doodvermoeiend eigenlijk.
Een vriendin vertelde me laatst dat ze weer vaker ‘zomaar niets doen’ wil. Gewoon even op haar balkon zitten. Zonder boek of telefoon. Met niets. Om even te genieten van de vogeltjes die af en aan vliegen en zich te goed doen aan het eten wat ze daar voor hen heeft opgehangen.
‘En weet je wat er dan regelmatig gebeurt?’ zegt ze me. ‘Dan weet ik ineens wat ik moet doen met een kwestie waarmee ik worstel. Gewoon, zomaar, terwijl ik zo lekker zit te kijken.’
Wat er feitelijk met mijn vriendin gebeurt als ze daar zo op haar balkon zit is dat ze overschakelt van de zogenaamde ‘doe-stand’ in de ‘zijn-stand’.
Wanneer we in de doe-stand staan is ons stressniveau verhoogd, is er sprake van een versnelde hartslag en ademhaling en een verhoogde spierspanning. Ons gedrag draait in de ‘doe-stand’ om streven, oplossen, presteren en consumeren. Wanneer we overschakelen naar de ‘zijn-stand’ dan is ons stressniveau laag en onze aandacht open. Niets moet en ons gedrag is ongedwongen en speels. Er is ruimte voor nieuwe mogelijkheden en creativiteit. En in die ruimte kunnen ons dan ineens dingen toevallen waar we heel blij mee zijn en ons zelfs verder helpen. Zonder dat we erop gericht waren. Dit laatste luistert overigens wel heel nauw. Want als je probeert over te schakelen naar de ‘zijn-stand’ om daarmee iets te bereiken, dan blijf je gewoon in de ‘doe-stand’ staan waarin je streeft naar iets.
De paradox is eigenlijk dat de ‘zijn-stand’ heel nuttig is maar dat we het nut ervan niet moeten najagen. Het kan ons alleen maar toevallen als we ons overgeven aan dat wat er is, zonder dat er maar iets hoeft te veranderen.
Je kunt overigens wel oefenen om vaker in de ‘zijn-stand’ te geraken. Dit kun je doen door het beoefenen van mindfulness en compassie. Mocht je hier mee aan de slag willen dan kunnen je eens kijken of mijn individuele mindfulnesstraining of individuele compassietraining iets voor je is.
Voor nu wens ik je een fijne maand met regelmatig momenten van zo maar niets doen.