
Ieder van ons heeft wel van die beelden en verhalen over hoe de wereld in elkaar zit. Over waar we last van hebben. Over hoe het komt dat er allerlei dingen mislopen. Soms kunnen we ook gevangen raken in zo’n verhaal. Niet handig. Fijn als iemand anders je dan een spiegel voor houdt, waardoor je eruit kut stappen.
Ik geef je een voorbeeld.
Ik wandel met Willem omdat hij andere stappen wil zetten in zijn werk. Eerder heeft zijn lijf hem een halt toe geroepen. Hij herkent de signalen van een eerdere burn-out en hij wil er graag op tijd bij zijn. Hij heeft nog zo’n 7 jaar voor de boeg en hij wil deze laatste jaren zijn kwaliteiten op een ontspannen manier inzetten. Op dit moment ervaart hij echter nog veel spanning en onrust.
Hij vertelt me wat hem met name dwars zit.
‘Mijn directeur zit me op de huid.’
‘Als ik hem een plan voorleg dan gaat hij er met de stofkam doorheen.’
‘Hij bemoeit zich met de kleinste details.’
……
Ik kan me er wel een beeld van vormen en vraag: ‘En hoe ga je daar dan mee om?’
‘Nou, uhhh, wat denk je. Ik bespreek het met hem en probeer wat ruimte voor mezelf te creëren, maar ik moet dat steeds weer opnieuw bevechten.’
……
‘En ik ben echt niet de enige die hier last van heeft. Ik spreek allerlei collega’s die precies hetzelfde ervaren. Iedereen heeft last van hem.’ Ondertussen loopt Willem zich steeds meer op te winden.
En dan: ‘Ik maak me hier toch zo boos over. De directeur doet dit iedere keer weer. Onze organisatie gaat hier nog aan te onder.’
Pfff. Het hoge woord is eruit.
Strijdvaardig loopt hij naast me.
Inmiddels staan we stil.
Ik vraag hem om eens met zijn aandacht naar binnen te gaan en op te merken hoe het daar nu is.
Aarzelend neemt hij even de tijd om te voelen wat er in zijn lijf gebeurt. Ietwat verbaasd zegt hij: ‘Klaar voor de aanval, alle vezels gespannen’.
Langzaam dringt het tot hem door.
Hij ontdekt hoeveel energie hij stopt in zijn verzet tegen de directeur en wat een spanning hem dat geeft. Hij is vooral gericht op zijn omgeving die hem wat aandoet.
Ik vraag hem daar zo eens bij te blijven, bij dat ‘klaar voor de aanval’.
Willem legt zijn handen op zijn buik en gaat wat dieper ademen. Ik zie hem geleidelijk wat verzachten. Hij bemerkt dat er onder die aanvalshouding iets anders schuilt. ‘Hier’, hij knikt naar zijn buik, ‘zit mijn kern. Mijn waarden. Daar mag niemand aan komen. Mijn directeur respecteert dat niet, hij komt te dichtbij.’ Ik stel hem voor om dat daar onder zijn handen te koesteren.
We lopen in stilte verder, terwijl Willem, wat onwennig, met liefdevolle aandacht bij zijn kern blijft.
Aan het einde van de wandeling staan we nog even stil. Willem vertelt dat hij eigenlijk heel vaak ‘klaar voor de aanval is’. Ineens herkent hij het. Nu hij dit weet kan hij zijn gespannenheid ook zien als een oproep om eens van binnen te voelen hoe het met hem is. En te ervaren dat daar wellicht wat liefdevolle aandacht nodig is.
Willem zat gevangen in zijn eigen verhaal en zijn patroon van verzetten en aanvallen. Door de spiegel die ik hem heb voorgehouden, is hij zich hiervan bewust geworden. Dit bewustzijn is de eerste stap uit zijn zelf gecreëerde gevangenis. Willem oefent nu tijdens eigen focusmomenten om zijn aandacht niet alleen te richten op de buitenwereld maar ook regelmatig contact te maken met zijn lijf en te ervaren wat er binnen in hem gaande is. Zo krijgt hij meer zicht op zijn patronen en ontdekt hij ook wat er nodig is om er weer uit te stappen.
Inmiddels zijn we een paar maanden en coachingssessies verder. Willem oogt een stuk lichter als ik hem zie. Hij is minder strijdbaar naar de buitenwereld en zachter voor zichzelf. Hij is er blij mee.