In december schreef ik al over het ontroerende gezelschap van een Roodborstje en de boodschap die het voor mij had. Ze spiegelde me mijn kwaliteiten en herinnerde me eraan dat ik die niet moest laten onderschoffelen door een luidruchtige innerlijke criticus. Nou, de afgelopen periode had het Roodborstje me nog iets te vertellen…
Vorige week ontdekte ik dat het Roodborstje pal naast onze achterdeur, in een klimop-haag, een nestje heeft gebouwd! Pa en moe Roodborst verraadden de plek doordat ze onafgebroken heen er weer vlogen met voedsel voor hun kroost. In eerste instantie vond ik het een wat onhandige plek voor een nest, zo pal naast onze achterdeur, niet bepaald rustig. Maar even later bedacht ik me dat het juist door het feit dat wij daar regelmatig langs lopen het een veilige keuze is. Door onze aanwezigheid worden Vlaamse Gaaien, Eksters, buurpoezen en andere rovers afgeschrikt. Toch best wel slim van zo’n vogeltje!
Het af en aan vliegen van beide vogeltjes van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat is een aandoenlijk en tegelijkertijd leerzaam schouwspel. De Roodborsten zijn heel doelgericht in de weer en weten in een mum van tijd allerlei wormpjes, wespen, vliegen, spinnetjes en andere kleine insecten op te sporen. Ik wist niet dat er zoveel in de tuin te vinden waren. Bij het aanvliegen van het nest zijn ze op hun hoede. Ze houden de omgeving nauwlettend in de gaten en wanneer ze onraad vermoeden zitten ze als bevroren op een tak of schutting tot de kust weer veilig is. Als het sein op groen staat schieten ze in één trefzekere beweging het gaatje in de haag in om hun kroost te voeren om er even later ook weer razendsnel uit te vliegen op zoek naar de volgende worm. Wat zijn ze toegewijd én gefocust!
En weer is er een boodschap van het Roodborstje. Het leert me om mijn aandacht en energie te richten op wat essentieel is zonder me te laten weerhouden door obstakels die ik onderweg tegen kom. Én het leert me dat er een tijd is van werken en een tijd van stoppen, want zodra de zon ondergaat trekken de Roodborstjes zich terug op het nest.
Reikhalsend kijk ik uit naar de drie jongen die opgroeien in het kleine nest. Ik hoop maar dat ze lekker in de buurt blijven zodat ik nog heel lang mag genieten van hun gezelschap en wijsheid.
[wordt vervolgd…]